Voordeel gratis woning geen nieuw feit volgens Grondwettelijk Hof

Vroeger werd het privé belastbaar voordeel voor de gratis ter beschikking stelling van een woning door een vennootschap (aan een bestuurder) en door een particulier (werkgever aan werknemer) anders berekend. Nadat de rechtspraak zich daarmee was gaan moeien wegens schending van het gelijkheidsbeginsel, maakt de fiscus sinds 2019 geen onderscheid meer in de berekening met gevolg dat een belastingplichtige bezwaar zou kunnen aantekenen tegen de vorige aanslagjaren voor zover daarbij het bezwaartermijn van 6 maanden gerespecteerd wordt.

Via een ambtshalve ontheffing kan 5 jaar teruggegaan worden, maar dan is wel vereist dat er een zgn. nieuw feit ontstaat en daar wringt nu juist het schoentje bij de fiscus. Uiteindelijk heeft het Grondwettelijk Hof zich op 26.11.2020 uitgesproken via een prejudiciële vraag. Het Hof kiest de kant van de fiscus. Een rechterlijke uitspraak heeft een relatief gezag van gewijsde en geldt enkel tussen de partijen betrokken bij het geschil. Bijgevolg, aldus het Hof, ontstaat door de rechtspraak die het verschil in berekening als een schending van het gelijkheidsbeginsel bestempelde, geen nieuw feit waarop een ambtshalve ontheffing kan gebaseerd worden.